Veel gebruikt woord voor zonsverduistering of maansverduistering.
Ecliptica
De grote cirkel aan de hemelbol die overeenkomt met de baan waarlangs de zon jaarlijks schijnbaar langs de hemelbol beweegt.
Eclipsjaar
Twee volledige cycli van eclipsseizoenen (samen 346,6 dagen).
Eclipspad
Strook van vaak meer dan 10.000 km lengte over de aarde waar de zonsverduistering
totaal is.
Eclipsseizoen
Periode waarin een zonsverduistering op kan treden. Dit is bij nieuwe maan
en steeds als de zon dicht genoeg bij een knooppunt
is. Een eclipsseizoen duurt ongeveer 37 dagen en komt eens per 173,3 dagen
voor.
E.C.M.W.F.
Het European Centre for Medium Range Weather Forecast. Dit centrum is gevestigd
in het Engelse Reading. Hier rekent men twee maal daags de weersverwachting
uit voor een periode van 240 uur (10 dagen).
Vanuit dit centrum worden weersverwachtingen geproduceerd waarvan ook het
KNMI gebruik maakt. Tevens worden hier ook seizoensverwachtingen opgesteld.
Ecomet
Europese organisatie van nationale weerdiensten, waaronder het Nederlandse KNMI. Ecomet heeft onderling afspraken gemaakt over de hoeveelheid en de prijzen van te leveren meteorologische gegevens aan commerciële weerbedrijven, zoals Meteo Consult te Wageningen. In Amerika wordt hier heel anders tegenaan gekeken. Het verzamelen en verwerken van de meteorologische gegevens in de nationale weerdiensten zijn reeds door de belastingbetaler betaald en dus verder vrij voor een ieder beschikbaar. Ecomet is gevestigd in Brussel.
Eeuwige sneeuw
Sneeuw die ligt op plaatsen waar steeds weer nieuwe sneeuw valt voordat de oude laag door smelten of lawinewerking is verdwenen. Hoewel de hoeveelheid sneeuw gelijk blijft, is de op de plaats aanwezige sneeuw niet steeds dezelfde: er vindt een verversing plaats. Naarmate het klimaat warmer is,
ligt de ondergrens van de eeuwige sneeuw hoger. In de poolstreken ligt zij ongeveer op zeeniveau, in
de Alpen op ca. 2600 m en bij de evenaar op ruim 5000 m. In gebieden met eeuwige sneeuw kunnen
ijsmassa's ontstaan die langzaam langs hellingen omlaag glijden(gletsjers).
Efemeride
De berekende (voorspelde) positie van een bewegend hemellichaam. Dit wordt doorgaans in tabelvorm voor een bepaalde periode gepresenteerd.
E-klimaat
Polair klimaat volgens de classificatie van de klimatoloog Köppen.
De gemiddelde temperatuur van de warmste maand is niet hoger is dan 10°C. Het
polaire klimaat wordt onderverdeeld in het toendraklimaat, waar de gemiddelde
temperatuur in de warmste maand beneden l0°C ligt maar boven 0°C, en het
vorstklimaat, waar de gemiddelde temperatuur onder 0°C blijft. Het toendraklimaat
kent een kort groeiseizoen en een geringe vegetatie, voornamelijk mossen. Het
vorstklimaat kent geen vegetatie. Het landschap is bedekt met een ijskap als
gevolg van de neerslag die op vrijwel geen enkel moment kan smelten en wegstromen.
Gebieden met een E-klimaat vindt men rond de polen. Daarnaast kunnen ook zeer
hoog gelegen gebieden een E-klimaat hebben, omdat op grote hoogte de temperatuur
extreem laag is. Dit wordt ook wel het 'bergklimaat genoemd. Köppen verbindt
aan het toendraklimaat de lettercombinatie ET en aan het vorstklimaat de combinatie
EF (van het Engelse frost = vorst).
Ekman-spiraal
De Ekman-spiraal beschrijft de windverandering in de grenslaag. De grenslaag
is een laag die ongeveer 1000 meter dik is en direct op de aarde ligt. De
Ekman-spiraal verklaart waarom de wind dichter bij het oppervlak van de aarde
gekrompen is (op het noordelijk halfrond!) en in kracht afgenomenten opzichte
van de bovenkant van de grenslaag. De oorzaak ligt in de wrijving dicht bij
het aardoppervlak en de draaiing van de lucht veroorzaakt door de corioliskracht.
Aan de top van de grenslaag waait de wind evenwijdig aan de isobaren; we noemen
dit de geostrofische wind. Äkerblom beschreef in 1908 hoe de afwijking
tussen de werkelijke wind en de geostrofische wind met toenemende hoogte exponentieel
afneemt. Hij gebruikte daarvoor de theorie die door Ekman in 1902 was ontwikkeld.
Elektrische thermometer
Instrument waarmee de heersende temperatuur wordt gemeten met behulp van
elektrische elementen. Met deze thermometer kan de temperatuur ook op grote
afstand worden bepaald.
Voorbeelden van elektrische thermometers zijn de elektrische
weerstandsthermometer en het thermokoppel.
Elektrische weerstandsthermometer
Elektrische thermometer waarbij gebruik wordt gemaakt van de elektrische weerstand van metalen. Bij toenemende temperatuur neemt de weerstand namelijk af. De gemeten weerstand is op die manier een indicatie voor de heersende temperatuur. De meest geschikte metalen voor gebruik in elektrische weerstandsthermometers zijn platina en nikkel. Deze metalen hebben een relatief grote weerstandsverandering bij het verlopen van de temperatuur en de verhouding van die weerstandsverandering ten opzichte van de temperatuurverandering is bovendien redelijk lineair.
Elektrometeoor
Meteorologische meteoor. Een zichtbare of hoorbare verschijningsvorm van
atmosferische elektriciteit. Zeer bekende voorbeelden zijn de bliksem, het
Sint-Elmusvuur en het poollicht.
Elephanta
Lokale wind in India. Het is een heftige oostelijke wind aan de Malabarkust, zonder specifieke kenmerken. De wind gaat gepaard met regen en onweersbuien en treedt op in het najaar, als de natte zuidwesten moessonwinden in kracht afnemen. De lokale wind is genoemd naar het kleine eiland Elephanta, voor de kust van Bombay.
Elevatie
Hoogte-instelling van bijvoorbeeld een radarantenne om een echo van een bepaald radardoel te kunnen ontvangen.
EMS
European Meteorological Society.
Entrainment
Als zich eenmaal wolken gevormd hebben, dan zal aan de randen van de wolk
enige uitwisseling met omgevingslucht plaatsvinden. Deze uitwisseling noemen
we entrainment.
Het kan er toe leiden dat de wolk in een droge omgeving door entrainment als
het ware uitgedroogd wordt en niet lang kan leven. Alleen heel grote wolken,
bijvoorbeeld reusachtige cumulonimbi, kunnen door hun omvang aan de gevolgend
van entrainment ontsnappen. De droge lucht is dan ook heel vaak onstabiel,
waardoor enkele buienwolken enorm kunnen uitgroeien.
In het Spaans staat El Niño voor het Kerstkind. Het meteorologische
verschijnsel El Niño is ernaar genoemd omdat de Kersttijd bij uitstek
de tijd is waarop het kan optreden.
Bij een El Niño wordt de koude,
zuidelijke zeestroming langs de westkust van Zuid-Amerika zwakker. Het
opwellen van koud water uit de diepte stopt, waardoor warm water van rond
de evenaar kan doordringen tot de kusten van Peru en Colombia. Dit water,
dat minder zuurstof en voedsel bevat, is de oorzaak van grote vissterfte
en daardoor het wegvallen van een belangrijke inkomstenbron. Ook zorgt
het warmere water voor veel vochtigere lucht die in Peru en Colombia zware
slagregens kan veroorzaken waarbij vaak overstromingen optreden. Krachtige
El Niño-situaties hebben
ook een uitwerking op het weer in de Verenigde Staten.
De tegenhanger van El Niño is La
Niña.
Elvegust
Lokale wind in de fjorden van Noorwegen. Het is een koude oostelijke valwind, die vanuit de bergen in de fjordendalen valt. Deze wind wordt plaatselijk ook wel sno genoemd.
Embata
Lokale wind op de Canarische eilanden zonder specifieke eigenschappen. Het is een vrij zwakke wind, die in tegenovergestelde richting aan de noordoostpassaat waait, aan de zuidelijke en zuidwestelijke stranden.
Emwatis
Lokale wind in Griekenland. Het is een zeewind aan de Griekse kusten langs de Middellandse Zee.
Endotherm proces
Natuurkundig proces waarbij, om het proces te doen verlopen, warmte moet worden toegevoegd. Voorbeelden van endotherme processen zijn smelten en verdampen.
Ensemble berekeningen
Hiermee bedoeld men dat een weersverwachting (voor
bijv. 240 uur vooruit) een aantal malen (bijv. 50) wordt berekend met daarbij
aangetekend dat in de beginsituatie van de berekening steeds een kleine verandering
wordt aangebracht. We krijgen dan uiteindelijk een 50-tal weersverwachtingen die
nagenoeg allen dezelfde beginsituatie hebben maar uiteindelijk toch nog kunnen
verschillen.
Dit principe wordt steeds meer toegepast binnen de rekenmodellen van de meteorologische
instituten.
ENSO
Afkorting van El Niño-Southern Oscillation. Zie El-Niño .
Eolische anemometer
Een windsnelheidsmeter die gebruik maakt van het principe van de eolische
geluiden. Eolische tonen, die ontstaan doordat de lucht langs een obstakel
strijkt, zijn een functie van de windsnelheid. De eolische anemometer wordt
in de moderne meteorologie niet meer gebruikt en is mede daardoor een collector's
item geworden.
Eolische erosie
Uitschurende werking van met fijn materiaal beladen wind. De erosie ten
gevolge van de wind zelf is in dit proces vrij gering. Door eolische erosie
krijgen rotspartijen soms de meest fantastische uiterlijke vormen. Zo zijn
ook de bekende 'paddestoelrotsen' op deze manier ontstaan. Bij sterke wind
kunnen in een gebied waar de bodem niet wordt vastgehouden door vegetatie
of vocht, gemakkelijk zand en stofdeeltjes worden weggeblazen.
Zo kan wanneer
het gebied bedekt is met los materiaal zoals zand, het fijnere zand tussen
het grovere worden uitgeblazen, waardoor grote stofwolken ontstaan. Dit proces
kan zo ver doorgaan, dat uiteindelijk aan het oppervlak alleen nog maar grotere
stenen over blijven (keienvloer).
Bij geschikte meteorologische situaties
kan het stof kilometers hoog worden meegenomen en duizenden kilometers verder
weer worden afgezet. Ook in onze omgeving is dat verschijnsel bekend. Bij
een sterke zuidelijke stroming kan stof dat tijdens een stofstorm in de Sahara-woestijn
in Noord-Afrika omhoog wordt geblazen, helemaal tot in onze omgeving worden
meegevoerd. Tijdens regenval komt dat dan naar beneden en is dan met name
op de auto's heel goed te zien.
Eolische geluiden
De diverse windgeluiden, die vaak te horen zijn en worden veroorzaakt door
wervelende luchtbewegingen tussen obstakels, zoals hoogspanningskabels, bossen
en andere begroeiingen, gebouwen en zelfs de luchtdeeltjes zelf. Meestal
zijn de geluiden ten gevolge van de luchtwervels erg onregelmatig. Maar er
zijn gevallen bekend dat er zuivere muzikale tonen en regelmatige en langdurige,
zoemende geluiden worden geproduceerd. Deze laatste worden wel eolische tonen
van Rayleigh genoemd.
Equatoriaal minimum
Als gevolg van de aardrotatie komen er per hafrond 3 luchtcirculatie-cellen
voor. Aan de evenaar is er altijd een lage luchtdruk als gevolg de opstijgende
warme lucht. Dit continue lagedrukgebied wordt ook wel equatoriaal minimum
genoemd. Zie voor de schematische weergave het polair
maximum.
Equatoriale lucht
Lucht afkomstig uit de gebieden rond de evenaar.
Equatoriale lucht kan onze omgeving niet bereiken omdat ze eenvoudig niet in staat is zo ver noordelijk door te dringen.
Equinox
Snijpunt van de ecliptica (de grote cirkel aan de hemelbol die overeenkomt met de baan waarlangs de zon jaarlijks schijnbaar langs de hemelbol beweegt) en de evenaar. Het snijpunt waarin de zon zich in maart bevindt, is het lentepunt. Het andere punt (in september) heet herfstpunt. Als de zon in deze punten staat, duren dag en nacht even lang.
Ookwel etesische wind genoemd.
Zijn regelmatig voorkomende Noorden- tot Noordwestelijke
winden in het oostelijk gedeelte van het Middellandse zeebekken, vooral tussen
de maanden mei en oktober. Ze zijn droog en koel en vooral gedurende de vroege
namiddag vrij stormachtig. Hun oorsprong ligt in de opbouw van hogedrukgebieden
boven Voor-Azië.
Deze winden werden reeds door Aristoteles bestudeerd.
Is de afkorting voor de Europese organisatie voor de exploitatie van weersatellieten.
Het werd opgericht in 1983 door zestien lidstaten met de zetel in Darmstadt
(Duitsland).
(ook: Westeuropese moesson).
Verschijnsel dat enigszins met de moessoncirculatie te vergelijken is. Vanwege
de plaatsgebondenheid mag van een lokaal windsysteem worden gesproken. De Europese
moesson valt in de tweede helft van juni in, nadat het Europese continent gedurende
een periode met mooi zomerweer sterk is verhit. Er ontstaat op die manier boven
een groot deel van Europa een thermisch lagedrukgebied, zij het duidelijk minder
uitgesproken en ook minder persistent (hardnekkig) dan bij de echte moesson.
De Europese moesson kenmerkt zich vooral door het frequent optreden van winden
uit richtingen tussen west en noord, waarmee koele oceaanlucht wordt aangevoerd.
De buitenste laag van onze atmosfeer die zich uitstrekt van zo'n 500 tot
1000km hoogte.
Exotherm proces
Natuurkundig proces waarbij tijdens het proces warmte vrijkomt. Voorbeelden van exotherme processen zijn condenseren, sublimeren en bevriezen.
Extinctie
Mate van uitdoving van de lichtstralen door de atmosfeer. De extinctie is een maat voor het zicht. In feite het tegenovergestelde van de doorlatendheid.
Extrapolatie
In de meteorologie: aan de hand van waarnemingen, op een weerkaart de verwachte
route uittekenen van een willekeurig weersysteem, zoals een hogedrukgebied,
een lagedrukgebied, een frontaal systeem of een regengebied.
Extreem weer
Het KNMI geeft verschillende waarschuwingen uit: een waarschuwing voor gevaarlijk weer, een waarschuwing voor extreem weer en een weeralarm. Een waarschuwing voor extreem weer wordt uitgegeven als de kans dat het extreme weer optreedt 60 procent is of meer binnen het standaardgebied. De waarschuwing voor extreem weer geeft het KNMI op zijn vroegst vanaf 24 uur voordat het verschijnsel kan optreden uit.De kleurcodering is ORANJE. Criteria:
Een waarschuwing voor extreem weer geldt alleen voor bepaalde weersomstandigheden als die op grote schaal (een standaardgebied ter grootte van ten minste 50 x 50 kilometer of over een lengte van minstens 50 kilometer) optreden. Het weeralarm kan gelden voor het hele land maar ook regionaal voor bepaalde provincies.
Waarschuwingen voor extreem weer geeft het KNMI voor:
gladheid door ijzel, ijsregen of sneeuwval (minstens 3 cm per uur of minstens 10 cm in 6 uur)
driftsneeuw (met een gemiddelde windsnelheid van meer dan 40 km/uur, windkracht 6 of meer)
onweer (minstens 500 ontladingen in 5 minuten) al dan niet met hagel
regen (minstens 75 mm in 24 uur)
windstoten (minstens 100 km/uur, aan de kust in de winterperiode (november tot en met april) minstens 120 km/uur)
In het waarschuwingsbericht vermeldt het KNMI verschillende details, bijvoorbeeld waar en wanneer het extreme weer begint en hoe lang het aanhoudt. Bij windstoten vermeldt het KNMI of het ook tot storm komt en hoe zwaar die storm dan wordt. Bij neerslag geeft het KNMI aan hoe groot de intensiteit wordt.
Voor
gevaarlijk weer en weeralarm gelden andere voorwaarden.
Extremen
Extremen worden omschreven als die waarden van temperatuur en neerslag
die in het huidige klimaat uitzonderlijk zijn.
Voorbeelden hiervan zijn voorjaarsachtige temperaturen midden in de winter,
een ijskoude en gure dag in het voorjaar, een wolkbreuk in de zomer of langdurige
stortregen in de herfst.
Voor de geregistreerde extremen op dit weerstation klik hier.
Voor het laatst bijgewerkt op
1-12-2019. Opmerkingen of wil je reageren: stuur een e-mail